Geschiedenis in een notendop

rotstekeningen

30,000 BCE

Cro-magnonmens 40.000 v.C - 10.000 v.C

10,000 BCE

• Tijd: 40.000 v.C. – 10.000 v.C
• Leefgebied: wereldwijd
• Lengte: ongeveer 1.50 – 1.80 m
• Kunstvoorwerpen, grotschilderingen= hoge culturele ontwikkeling. Jacht – vissen – kleren – landbouw

Jagers werden landbouwers

10,000 BCE

Nomaden = Kleine groepen rondtrekkers. Na het jagen en voedsel verzamelen was gebied leeg. --> +/- 10.000 v.C. einde ijstijd, er ontstaan vruchtbare gebieden nomaden vestigen zich op een vaste plaats

Venus beeld = staat voor vruchtbaarheid

8000 BCE

Prehistorie - 3.5 milioen v.C.

Period: 4500 BCE to 3500 BCE

Rotstekeningen - evolutie van de aapmens naar homo sapiens sapiens

Chinese stoomcultuur rond de Gele rivier +/- 4000 v.C.

4000 BCE

China bezit een van de oudste beschavingen ter wereld, met een ononderbroken ontwikkeling van prehistorie tot heden. Zelf spreken de Chinezen graag van '5000 jaar geschiedenis en 7000 jaar cultuur', waarbij zij hun geschiedenis traditioneel laten beginnen met de Gele Keizer en hun cultuur met Fuxi of met Youchao.

Stroom culturen 3500 v.C. - 1000 v.C.

3500 BCE

 4 culturen langs 4 grote stomen
 Periode v. oude beschavingen in de levant, Mesopotamië & Iraanse hoogvlakte.

Mesopotamië --> stoomculturen rond de Tigris & Eufraat

3500 BCE

• Soemeriërs
• Akkadiërs
• Babyloniërs
• 3.4 Assyriërs

Oud nabije oosten

Period: 3500 BCE to 750 BCE

Egypte & Mesopotamië - ontstaan schrift - stadstaten (1st in Soemerië)

Egyptische stroomcultuur rond de Nijl 3300 v.C

3300 BCE

Politiek
 Het oude rijk : 2 farao’s elk eigen kroon
- Opper Egypte : rode kroon
- Neder Egypte : witte kroon
Cultureel
 Godsdienst  polytheïsme
 Tempels & piramides belangrijke rol
 Schriften
 Mummificeren na de dood

 Geloof in het hiernamaals : rijk v. Osiris god onderwereld
 Hiërogliefenschrift

Indusbeschaving rond de Indus rivier 3200 -1900 v.Chr

3200 BCE

Harappacultuur of Indusbeschaving was een beschaving uit de bronstijd in het zuiden van Azië (ca. 3200-1900 v.Chr.), die zich kenmerkte door de bouw van strak geplande steden. Veda's zijn de oudste en heiligste hindoegeschriften. Afbeelding

Streentijd 300.000 v.C. - 2000 v.C.

2000 BCE

Steentijd 300.000 v.C. -2000 v.C.
Dankt naam aan werktuigen en materialen die uit steen gemaakt werden.
Paleolithicum 300 000 v.C. – 8800 v.C. : vuursteen werktuigen
Mesolithicum 8800 v.C. – 5300 v.C. : jagers – verzamelaars
Neolithicum 5300 v.C. : culturen met landbouw – temmen v. dieren

Bronstijd 2000 v.C. – 800 v.C.

800 BCE

Brons Voordelen brons
 90% koper + 10% tin = brons
 Legering 2x zo hard als koper
 Duur omdat tin niet veel voorkwam

Voordelen brons
 Bakt minder snel als steen
 Veel vormen in maken
 Eenvoudig om te slijpen
 Gebroken / versleten  omsmelten

Rome

753 BCE

waargebeurd:
Stad Rome in 753v.C. gesticht
Start als verzameling dorpen  verspreid over 7 heuvels
Naast rivier Tiber = goed voor handel  welvaren & groeien uit tot stad.
Mythe :
Zwanger van God Mars
- tweeling
Romulus Remus
- Koning geeft opdracht doding kinderen
- Wolvin brengt kinderen groot +/- 3 jaar
- Herder vindt de tweeling
- Tweelingen willen stad bouwen op gevonden plaats
- Wegens conflict laten ze de goden kiezen = Romulus

Grieken

750 BCE

 1ste heersers – inwoners van Kreta
 Hellenen – naam volksstammen die Indo-Europese binnen drong woonden op het schiereiland Hellas
 Bij de Grieken = mens staat centraal  geboeid door menselijke schoonheid
 Polytheïsme – geloof in goden , woonden hoog op de Olympus
 Bouwkunst

Klassieke oudheid

Period: 750 BCE to 476

Tijdens de klassieke oudheid bepalen 3 Indo-Europese landen de geschiedenis van Europa.
• Grieken  Zuid-Europa
• Italianen  Zuid-Europa Romeinen vallen hier onder
• Kelten  vanuit Centraal-Europa tot in ons gewesten
• Germanen  Noord-Europa +/- rond 400 n.C.
“4de Indo-Europees volk - klassieke oudheid kent een gewelddadig einde “

Kelten

400 BCE

Met Kelten wordt een verzameling volkeren en stammen aangeduid die gedurende het millennium vóór het begin van onze jaartelling en de eeuwen daarna een Keltische taal spraken. Het is dus primair een linguïstisch begrip.

Ijzertijd 800 v.C. - 50 v.C.

50 BCE

Frankische beschaving 358 - 1000

358

Het Frankische Rijk was een gebied dat door de Franken werd bestuurd tussen de 3e en de 10e eeuw en al snel uitgroeide tot een grootmacht.

Romeinse rijk valt uit een

395

Oost-Romeinse rijk = Byzantijnse rijk
West-Romeinse rijk

Grote volks verhuizing - Germannen vluchten naar het Romeinse rijk --> rond 4de eeuw

400

wanneer: vond plaats in de nadagen v.h. West-Romeinse rijk & luidde het begin in v.d. middeleeuwen.
Oorzaak :
 Sterk groeiende bevolking
 Voedselproblemen & stamrivaliteiten
 Het romeins klimaat stond hen aan
 Hunnen begonnen een plundertocht richting

Middeleeuwen

Period: 476 to 1492

Strijd tussen keize en paus (christendom) - 100 jarige oorlog - Ontdekking van Amerika door Columbus

Arabische beschaving 600 - 1300

600

1. Haji – bedevaart : pelgrimstocht naar mekka
2. Zakah – liefdadigheid : aalmoezen aan armen en behoeftigen
3. Shahadah – de geloofsbelijdenis : geen god buiten Allah en Mohammed = zijn profeet
4. Salah : ritueel gebed in de richting v. Mekka (5x/dag)
5. Saum – ramadan : vasten in de negende maand

Kruistochten

1096

• 1ste kruistocht (1096-1099)
 Jeruzalem wordt ingenomen
• 2de kruistocht (1147-1149)
 Mislukt, na val van Odessa
• 3de kruistocht (1189-1192)
 Mislukt na dood van Keizer
• 4de kruistocht (1202-1204)
 Geleid door Venetianen
• 5de kruistocht (1217-1221)
 kruistocht naar Egypte
• 6de kruistocht (1228-1229)
 Jeruzalem in handen van Christenen
• 7de kruistocht (1248-1254)
• 8ste kruistocht (1270)
 Geleid door Franse Koning naar Egypte en Tunesië
• 9de kruistocht (1271-1272)

Kenmerken Van de late middeleeuwen 1270 - 1500

1270

100-jarige oorlog

1337

 Tussen 1337 – 1453
 Verzamelnaam: de aantal gewapende conflicten
 Verliep tussen engeland & frankrijk
 Wapenstilstanden
 Totaal duur van 116 jaar

Europese ontdekkingsreizigers

1394

• HENDRIK DE ZEEVAARDER: leefde v. 1394 – 1460
• VASCO DA GAMA: 1469 in Portugal
• CHRISTOFFEL COLUMBUS: geboren te Italië maar verhuisde naar Spanje
• JAMES COOK: geboren in Engeland

Kolonisatie & slavenhandel

1450

Nieuwe tijd

Period: 1492 to 1789

Franse & industriële revolutie opstand tegen adel en geestelijkheid

Renaissance 15de eeuw

1499

Renaissance = wedergeboorte
 Overgangsperiode v.d. middeleeuwen naar de nieuwe tijd
 Meer aandacht voor mens en natuur
 De renaissancekunstenaar trad uit de anonimiteit door werken te ondertekenen.
Belangrijke ontwikkelingen
 Ondergang v.h. feodale stelsel & standenmaatschappij
 Ontdekking v. nieuwe continenten
 Introductie v. drukpers – papier – kompas en buskruit (poeder voor kogels)
 Het startte in Italië
 Uiting v.d. levensstijl v.d. levensstijl v.d. elite

Barok 17 de eeuw - 1 ste helft 18 de eeuw

1601

 Afkomstig v. Portugal
 Wordt barroco uit het P betekend onregelmatig gevormde parel betekent
 Wegens interesse voor de oudheid – mens – natuur zette de barok de renaissance verder
 Beklemtoond andere aspecten:
 Bewogenheid
 Gevoel & onrust
 Asymmetrisch
 Ingewikkeld & gericht op massa
 Manier om triomf v.d. katholicisme op het protestantisme
De barok kwam tot uiting in:
 Architectuur
 Tuinarchitectuur
 Schilderkunst
 Beeldhouwkunst
 Literatuur
 Muziek

Amerikaanse revolutie 1775 - 1783

1775

• De 13 Engelse kolonies in Noord-Amerika
• De Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd
• De Verenigde Staten vormden een democratische bondsrepubliek

Industriële revolutie 1780 - 1960

1780

 1780-1850: mechanisering
 1850-1960: automatisering
 vanaf 1960: informatisering  Overgang van voornamelijk handenarbeid naar machinale productie

Franse revolutie 1789 - 1799

1789

Oorzaken van ontevredenheid:
• Franse koningen hielden halsstarrig vast aan hun absolute macht > kritiek hebben was uitgesloten.
• Adel en clerus waren bevoorrechte standen en hadden nog hun oude privileges.
• Standenmaatschappij
• De rijkere burgers waren in de ban van de ideeën van de verlichting.
• Frankrijk was zo goed als failliet.
• Het gewone volk leefde in totale armoede.
• De burgerij greep de macht
• De radicalisering van de revolutie

Nieuwste tijd

Period: 1789 to 1945

Congres van wenen, industrialisatie, verlichting, spoorwegen, elektriciteit, auto's WO1 & WO2

Wereldoorlog 1

1914

Partijen WO 1
 Servië, Rusland, Frankrijk, Groot-Brittannië en later Italië
 Oostenrijk-Hongarije, Duitsland, Japan en later Turkije

Wereldoorlog 2

1939

Partijen WO 2
 Asmogendheden
 Duitsland
 Italië
 Japan
 Geallieerden
 Verenigd Koninkrijk
 Verenigde Staten
 Sovjet Unie
 Frankrijk
 China

Eigen tijd

Period: 1945 to 2045

Val Berlijnse muur - Cuba - Crisis - Afrikaanse apartheid - landing maan - 9/11 - stichting staat Israël - Contraceptie

Koude oorlog 1947 - 1989

1947

Communisme
- Alles is staatsbezit
- Planeconomie: de staat bepaalt wat er geproduceerd wordt en hoeveel er geproduceerd wordt.
- Geen vrije verkiezingen
- Geen individuele vrijheden
- Gratis gemeenschapsdiensten Kapitalisme
- Privébezit is toegestaan
- Vrije markt economie: wat er geproduceerd wordt en hoeveel er geproduceerd wordt, wordt bepaald door vraag en aanbod.
- Vrije verkiezingen + regering legt verantwoording af aan het volk
- Individuele vrijheden
- Vrije instellingen

Vietnamoorlog 1957 - 1975

1957

 1957 – 1975
 Zuid-Vietnam >< Noord-Vietnam
 Vietcong
 Tet-offensief
 Eerste oorlog i.d. media

Ruimtevaart

1957

 1957: Laika (SU)
 1958: ° NASA
 1969: Neil Armstrong
 1990: Hubble Space Telescop
 2000: Permanente bewoning ISS

Berlijnse muur 1961 - 1989

1961

 Start bouw Berlijnse muur 1961
 Oost-Duitsland en West-Duitsland
einde Koude oorlog
 9 november 1989: val Berlijnse Muur
 4 december 1989: einde Koude Oorlog
 Bush en Gorbatsjov

Massa media

2000

 Wat?
 Overal en altijd in verbinding
 Kenmerken:
- Agendafunctie
- Waakhondfunctie
- Socialiserende functie