Sociale zekerheid en de verzorgingsstaat in Nederland

  • begin tijdlijn

  • Period: to

    Armoede en liefdadigheid

  • Arm,ziek of werkloos geen recht.

    omdat was je arm, ziek of werkloos wasje in deze tijd had je nergens recht op. Als je geluk had kon je familie je helpen. Zo niet, dan was je afhankelijk van de liefdadigheid. Dit is belangrijk voor het onderwerp van de tijdbalk om dat de liefdadigsheids instellingen de armen op een gegeven moment niet meer konden helpen door het gebrek aan geld.
  • Armenwet

    de liefdadigsheids instellingen zoals de kerken konden het door het gebrek aan geld niet meer op brengen om de steeds groter wordende groep armen te helpen daarom kwam het parlement in 1854 met de armenwet. Dit hoort thuis in de tijdlijn omdat, dit het begin was dat de we voor de armen gingen zorgen met name het begin van de overheid omdat de gemeente moest bij springen om de armen te helpen.
  • De industrialisatie komt op gang

    De industrialisatie komt op gang. De mensen verhuisden van Het platteland naar de stad om in de fabrieken te gaan werken. Het werk in de fabrieken was saai, zwaar en gevaarlijk, er waren geen regels over arbeidstijden, veiligheid en lonen waren er niet. Niet alleen mannen werkten in de fabrieken maar ook vrouwen en kinderen, ieder lid in de familie ging in fabrieken werken. Maar ze verdienden zo slecht dat ze ondanks het langen werken niet het gezin konden onderhouden.
  • sociale kwestie

    Door de industrialisatie waren er meer mensen naar de stad gekomen, daardoor was de armoede voor veel rijke burgers ook zichtbaar geworden. Ze vonden dat de overheid echt moest ingrijpen. Want de ziektes die uitbraken waren ook een gevaar voor de rijke burgers. De discussie over de vraag wat de overheid moest doen aan de armoede en de ongelijkheid heet de sociale kwestie.
  • De eerste sociale wetten

    In 1900 verbeterde de situatie in Nederland en werden de eerste sociale wetten ingevoerd. Tussen 1900 en 1930 werden de volgende wetten ingevoerd: Ongevallenwet (1901), Woningwet(1901), Leerplichtenwet(1901), Invaliditeitswet Ouderdomswet en Ziektewet(1913) en het Werkloosheidsbesluit (1917).
  • Period: to

    Crisis, ellende en vernedering

  • Algemeen kiesrecht komt in Nederland

    Vanaf 1848 waren de liberalen aan de macht. Je had de Conservatief- liberalen, Jong-liberalen en de Confessionelen. Later kwam er een nieuwe politiek groep de Sociaal-democraten (socialisten) zei hadden een andere mening dan de liberalen over hoe het in een land moest gaan. Voordat ze hun plannen konden uitvoeren moest er een algemeen kiesrecht komen. In 1917 was het dan zover het algemeen kiesrecht werd ingevoerd.
  • Wereld crisis

    De wereldcrisis begon in Amerika. Hij ontstond omdat de mensen optimistisch waren over de economie,de koersen op de aandelen bleven stijgen. in 1929 kregen sommige mensen door dat de koersen niet klopte, zij verkochten hun aandelen. Andere mensen deden dat ook. Er onstond een beurskrach, en de koersen daalden snel. De mensen kwamen in de schulden. Ze konden minder kopen, bedrijven minder produceren, gevolg minder personeel nodig, de export daalt en de vicueuze cirkel herhaalt zich in Europa.
  • Period: to

    Wereld crisis.

    In 1930 begon de economische wereld Crisis en in 1939 eindigde het omdat toen de Tweede Wereld oorlog uit brak.
  • Oprichting Nationaal Crisis Comite

    De lage steun uitkering was voor veel gezinnen vaak niet genoeg om de eerste levensbehoeften te voorzien, daarvoor konden ze een speciale uitkering vragen. Ze kregen dan kleding en schoenen maar daar stond een stempel in en dan kon iedreen zien dat je werkloos was. De meeste mensen vonden dit te vernederend en maakten liever geen gebruik van deze hulp. Om de werklozen toch te helpen werd in 1931 het Nationaal Crisis Comite opgericht. Waarvan je kleding en schoenen kreeg zonder stempel.
  • Werkverschaffingsprojecten en uitkeringen

    De mensen waren arm en leefde in ellende. Sommig van hun kregen voor een korte periode een werkloosheiduitkering, daarna moesten ze toch bij de overheid voor een steunuitkering vragen. Maar die uitkering was niet voor iedere werklozen. De overheid probeerden de werklozen aan het werk te helpen in werkverschaffingsprojecten, dit zijn grote projecten bijvoorbeeld de aanleg van dijken en kanalen. het grootste werkverschaffingsproject in Nederland was de aanleg van de afsluitdijk in 1932.
  • Aanpassingspolitiek

    De crisis raakte Nederland hard. De meesten mensen maakten daarom gebruik van steunverlening. Daarom besloot de regering van Colijn in 1934 dat de uitgaven van de overheid moest worden aangepast aan de inkomsten, de aanpassingspolitiek. Met deze politiek wilde de overheid een aantal dingen bereiken:
    -Als de lonen omlaag gaan, worden deproducten goedkoper, waardoor de export toeneemt.
    - Als de inkomsten en uitgaven gelijk zijn, heeft de overhei geen schuld. Dit werkte uiteindelijk niet.
  • Plan van arbeid

    De sociaaldemocraten kwam in 1935 met een plan dat de werkgelegenheid moest verbeteren, het plan van arbeid. Dit was het tegenovergestelde van de aanpassingspolitiek want zei wilde juist dat de overheid meer uit ging geven. Meer lonen want hierdoor gingen arbeiders meer verdienen,dus konden ze meer kopen, dus bedrijven meer verkopen, dus meer personeel, dus minder werkloosheid.
  • SDAP in de regering

    De sociaaldemocraten konden hun plannen niet uitvoeren. Maar in 1939 kwamen ze eindelijk in de regering kwamen, brak de Tweede Wereld oorlog uit.
  • Period: to

    Nooit meer armoede

  • Wederopbouw van Nederland

    In 1945 op vijf mei werd Nederland eindelijk bevrijd van de Duitsers. De oorlog had ervoor gezorgd dat Nederland in puin lag. Er moest worden gewerkt aan de wederopbouw, bruggen en wegen moesten worden hersteld, maar de zorg voor armen, zieken en werklozen moest ook worden aangepakt, vonden alle partijen. Want de crisis in de jaren'30 was niet zomaar overgegaan.
  • Er komt socialezekerheid

    In de jaren '50 begint het bouwen aan de verzorgingsstaat. Mensen die toen niet voor zich zelf konden zorgen omdat ze geen inkomen hadden kregen geld, socialezekerheid. Er kwamen ook een aantal wetten op. Werkloosheidswet (1949), Wet arbeidsongeschiktheidsverzekeringen(1967), Algemene ouderdoms wet (1957) en de algemene bijstands wet (1965). Deze wetten regelden uitkeringen voor mensen en iedere uitkering gelde voor een andere groep mensen.
  • Geleidel oonpolitiek verdwijnt en Consumptiemaatschappij komt.

    Veel mensen in de jaren'60 vonden dat de lonen na veel jaren van zuinigheid wel omhoog konden. De geleide loonpoltiek verdween. De salarissen gingen omhoog en er was spraken van een loonexplosie. Mensen konden nu niet alleen hun dagelijkse levensbehoeften kopen maar ook luxe artikelen. Nederland werd een consumptiemaatschappij.
  • Samenwerken

    Nederland werd na de oorlog weer snel opgebouwd dat kwam door een aantal dingen.
    teneerste: Iedereen wist dat als ze het land weer wilden opbouwen dat het nodig was om te samnwerken.
    tentweede: Regering, werkgevers en werknemers gingen samenwerken. Deze manier van overleggen heet het harmoniemodel. Ze spraken ook af dat de lonen laag bleven geleidel loonpolitiek, want zo steeg de export. Nederland industrialiseerde na de oorlog ook snel.
    Ten vierde: Kregen ze net als andere landen marshallhulp.
  • Period: to

    De verzorgingsstaat in de problemen

  • einde tijdlijn

  • SDAP in regering 1939

    Het plan van arbeid sloot aan bij de gedachten van de RKSP en bij sommige protestanse ARP in de tweede helft van '30. Maar ze konden hun plannen niet uitvoeren omdat ze een lange tijd niet in de regering zaten. Toen ze in 1939 als SDAP er eindelijk in kwamen brak de Tweede Wereld oorlog uit en kwam er andere groep aan de macht de NSB die een totale andere gedachte hadden.